In slechts een paar dagen heb ik het boek Socrates op Sneakers uitgeluisterd. Is dat eigenlijk een goed woord? Uitluisteren? Of noem je het een audioboek ‘afronden’? Hoe je het ook noemt.. het boek is uit en mijn rugtas met tools voor het stellen van goede vragen is gevuld. Mét nieuwe inzichten en tips, die ik vol enthousiasme ga inzetten bij mijn gesprekspartners.
Maar daar begon het voor mij niet mee. Bewustwording. Dát was meteen het meest merkbare verschil in mijn denken na het lezen van het boek. Ik ben mij nu heel bewust van de vragen die ik gesteld krijg en die ik zelf stel. De antwoorden die ik krijg op mijn vragen en de antwoorden die ik geef.
Zo zat ik afgelopen week in het ziekenhuis voor een bloeddrukcontrole. Een vriendelijke verpleegster kwam de onderzoekskamer om mijn bloeddruk op te meten. Eigenlijk is het woordje ‘vriendelijk’ vooral gebaseerd op de twinkeling in haar ogen, de rust die ze uitstraalde en haar prettige stem. Sinds we allemaal een mondkapje dragen zijn dat toch de dingen die voor mij een eerste indruk bepalen.
Ze ging naast mij zitten en vroeg mij of ik mijn eerste kindje verwachtte. ‘Nee’, antwoordde ik, ‘wij verwachten ons tweede kindje’. ‘Oh wat leuk, ik heb ook twee kindjes’ antwoordde ze. Bam, daar was de eerste herkenning met een voorbeeld uit het boek Socrates op Sneakers: als je vertelt over je vakantie in Italië, begint je gesprekspartner vol enthousiasme te vertellen dat daar de pizza’s zo lekker zijn. De verpleegster vraagt verder: ‘Heb je al een dochter of een zoon?’. ‘Een dochter’, antwoord ik. ‘Oh, ik ook! Wat leuk!’ antwoordt de verpleegster. En meteen vraagt ze erachter aan: ‘Hoe oud is ze?’. ‘Vier jaar’, antwoord ik. Nu zie ik bijna de glimlach dóór haar mondkapje heen. ‘Nou ja, ik ook! Dat is toch ook toevallig! Dat we zoveel hetzelfde hebben!’ Ik kijk even naar beneden naar mijn babybuik en kan als ik naar haar kijk zó iets opnemen wat zij niét zichtbaar heeft, maar ik zal de vreugde van onze overeenkomsten niet verpesten en bedenk wat ik zal antwoorden. Ik ben er nog niet helemaal uit, maar dat hoeft ook niet, want de verpleegster gaat meteen verder: ‘Dus jouw dochter zit ook op school? Heerlijk is dat he dat ze de hele dag weg zijn en jij lekker de tijd voor jezelf hebt?’. Daar is ‘ie. De gelijkenis met een tweede voorbeeld uit het boek: jouw mening graag bevestigd zien door de ander en daarom een vraagteken achter deze mening te zetten, maakt het nog geen echte vraag.
Ik ben mij er bewust van dat ik vóór het lezen van het boek Socrates op Sneakers vooral de ‘kijk ons eens even veel overeenkomsten hebben- flow’ zou hebben ervaren. Nu ben ik mij vooral heel bewust van de vragen die de verpleegster stelt en de antwoorden die ze geeft op haar eigen vragen. Ik antwoord – mij bewust van het feit dat ik hiermee de overeenkomsten-flow uitschakel – dat ik het eigenlijk helemaal niet lekker vindt dat mijn dochter op school zit. Natuurlijk vind ik het prima dat ze op school zit, dat hoort én is goed voor haar, maar ik vind het ook heel fijn dat ze deze zes weken zomervakantie lekker veel thuis is. Ik ben benieuwd naar de reactie van de verpleegster, maar haar antwoord houd ik nog tegoed. ‘Oeps, ik praat teveel tijdens de controle en dan is de bloeddrukmeting niet goed. We doen het even opnieuw’, antwoordt ze. Ik glimlach en ben blij, mijn bloeddruk is keurig!
Hieronder nog even een paar punten uit het boek Socrates op Sneakers die ik graag met je wil delen.
Een vraag is meer dan een zin met een vraagteken
In het onderwijs leren wij de leerlingen dat een zin met een vraagteken erachter een vraagzin is. Maar dit is wel heel kort door de bocht. Een vraag is een uitnodiging tot nadenken, uitleggen, aanscherpen, verdiepen, informatie verschaffen, onderzoeken of verbinden.
Daarnaast bevat een vraag de volgende kenmerken:
- Een vraag is helder geformuleerd
- Hij wordt gesteld vanuit een open, nieuwsgierige houding
- Een vraag blijft bij het verhaal van de ander
- Hij zet de ander in beweging en leidt tot verheldering
- Ook zorgt hij voor nieuwe inzichten of een nieuw perspectief voor de beantwoorder van de vraag.
Een vraag is dus niét:
- Advies geven
- Hypotheses checken
- Invullen
- Een mening delen
- Suggesties doen
- Een ander klemzetten.
Een vraag gaat vaak over jezelf
Een van de eye-openers uit het boek was voor mij ‘vaak gaat een vraag eigenlijk – onbewust – over jezelf’
Ons lichaam blijkt een gelukstofje aan te maken wanneer wij over onszelf praten. Dit is dan meteen ook dé voornaamste reden waarom wij zo graag over onszelf praten: het voelt gewoon goed!
Als je je bewust bent van deze bewering valt het steeds meer op dat mensen in een gesprek inderdaad graag over zichzelf praten of meteen over hun eigen meningen, ervaringen en inzichten beginnen wanneer zij vragen naar die van jou. Stiekem kan ik daar nu wel een beetje om lachen. Ik zie dan voor mij dat de ander even een shot gelukstofjes het lichaam in gepompt krijgt met deze reacties en dat maakt mij dan ook weer blij.
In het onderwijs zijn wij misschien wel bang voor zelfstandige, autonome, kritische en creatieve denkertjes
Elke Wiss stelt in haar boek dat wij het stellen van goede vragen niet aangeleerd krijgen. Zij vult dit aan met bovenstaande uitspraak en mijn radartjes gaan draaien. Heeft ze gelijk? Herken ik haar uitspraak? Kan ik voorbeelden bedenken waarin inderdaad kansen werden misgelopen in het onderwijs om het stellen van goede vragen aan te leren? Ja, is mijn conclusie.
Maar niet alleen besteden wij in het onderwijs weinig aandacht aan het stellen van goede vragen, we geven zelf ook vaak niet het goede voorbeeld. Kijk bijvoorbeeld naar wanneer we een vraag stellen tijdens een instructie van een rekenles. We vragen de leerling naar de oplossing van de som en soms vragen we door naar de strategie die is gebruikt. Als we dan merken dat een leerling een andere strategie heeft gehanteerd om tot hetzelfde antwoord te komen, vragen we soms door naar deze strategie, maar zijn we dan ook écht nieuwsgierig naar het verhaal van deze leerling? Blijven we met onze vragen bij het verhaal van de leerling? Of zijn we met ons hoofd meer bezig met onszelf (heb ik de ‘juiste’ strategie wel goed genoeg geïnstrueerd) en met de inhoud. Zetten we in die situaties de leerling voldoende in beweging? Zorgen we met onze vragen voor verheldering en nieuwe inzichten voor de leerling?
En terug naar de uitspraak van Elke. Zijn wij misschien bang voor zelfstandige, autonome, kritische en creatieve denkertjes? Hebben wij niet veel liever dat ze ‘gewoon doen wat wij zeggen’ en betrappen wij onszelf erop dat we toch wel héél graag onze kijk op dingen willen delen met onze leerlingen?
Tot slot
Naast bovenstaande wordt in het boek ook ‘De Socratische Houding’ uitgebreid behandeld én verschillende typen vragen. Denk aan de ‘komma sukkel vraag’, ‘vragen naar boven’, ‘maar-vragen’, ‘de cocktailvraag’ en de ‘echovraag’. Benieuwd? Download de samenvatting van het boek via de volgende link: https://www.denksmederij.nl/socrates-op-sneakers-website.html of lees/luister het boek. Aanrader!
Ps. Zelfstandig, autonoom, kritisch en creatief... schrikt jou dat niet af? En ben jij juist op zoek naar iemand in je organisatie met deze kenmerken? Ik ondersteun je graag als interim intern begeleider of interim schoolleider! Lees meer over Over mij, mijn werk als Interim Onderwijs Manager en Talentmanagement of neem Contact op voor een kennismakingsgesprek.